Vertaal
Naar andere talen: • hacha > DEhacha > ENhacha > FR
Vertalingen hacha ES>NL

la hacha

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['at∫a]

herramienta cortante con mango y pieza de metal para cortar leña - bijl
Cortó la leña con el hacha. - Hij hakte het brandhout met de bijl in stukken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la hacha (v) de bijl ; de bolleboos (m) ; het gesteente ; de hakbijl ; de kei (m) ; de slimmerd (m) ; de steen (m) ; de uitblinker (m) ; de vedette
hacha bijl
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `hacha`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adoquines
ES: as
ES: dado
ES: estrella
ES: ficha
ES: guijarro
ES: hachuela
ES: ladrillo
ES: persona de talento
ES: piedra