Vertalingen gruñir ES>NL
gruñir
werkw.
1) producir su voz el cerdo -
knorren Los cerdos gruñen expresando satisfacción. - De varkens knorren van genot. |
2) emitir sonidos amenazantes ciertos animales -
grommen Este perro gruñe al escuchar ruidos en el jardín. - Deze hond gromt als hij geluiden in de tuin hoort. |
3) murmurar entre dientes expresando enojo -
mopperen Está gruñendo porque no hacen lo que ella quiere. - Ze is aan het mopperen omdat ze niet doen wat zij wilt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gruñir (ww.) | ontevreden mompelen (ww.) ; zeuren (ww.) ; zemelen (ww.) ; zagen (ww.) ; uitbrander geven (ww.) ; sudderen (ww.) ; stoffen (ww.) ; snorren (ww.) ; snauwen (ww.) ; smoren (ww.) ; sakkeren (ww.) ; ronken (ww.) ; pruttelen (ww.) ; murmeren (ww.) ; morren (ww.) ; mopperen (ww.) ; misnoegen uiten (ww.) ; knorren (ww.) ; klagen (ww.) ; kankeren (ww.) ; grommen (ww.) ; grauwen (ww.) ; foeteren (ww.) ; brommen (ww.) |
gruñir | brommen ; knorren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `gruñir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bufarES: murmurarES: protestarES: quejarES: refunfuñarES: regañarES: resoplarES: rezongarES: roncarES: soplar