Vertalingen furor ES>NL
el furor
zelfst.naamw.
1) exaltación desmedida -
hevige woede Atacó al ladrón con tanto furor que huyó despavorido. - Hij viel de dief met zoveel hevige woede aan dat die er ontzet vandoor ging. |
2) vehemencia intensa -
vuur Defendía con furor sus puntos de vista. - Hij verdedigde zijn standpunten vurig. |
3) punto de auge máximo -
hoogtepunt Hoy en día, en el furor de las comunicaciones, nos sentimos más solos. - Vandaag de dag, op het hoogtepunt van de communicatie, voelen we ons eenzamer. |
4) violencia de los elementos naturales -
geweld El furor del tornado destruyó la ciudad. - Het geweld van de windhoos heeft de stad verwoest. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el furor (m) | de boosheid (v) ; de furore ; de gramschap (v) ; de grimmigheid (v) ; de razernij (v) ; de verbolgenheid (v) |
furor | delirium furibundum ; woede |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `furor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: arrebatoES: cóleraES: corajeES: delirioES: demenciaES: despechoES: disgustoES: enajenación mentalES: enfadoES: enojo