Vertaal
Naar andere talen: • freír > DEfreír > ENfreír > FR
Vertalingen freír ES>NL

I freír

werkw.
Uitspraak:  [fɾe'iɾ]

1) cocinar alimentos en aceite o grasa hirviendo culinair - bakken , braden
freír papas - aardappelen frituren

2) importunar a alguien - lastigvallen
Mis nietos me fríen a gritos si no les compro lo que quieren. - Mijn kleinkinderen zitten luidkeels te zeuren als ik ze niet koop wat zij willen hebben.

3) asesinar a tiros - doorzeven
Los policías frieron a balazos a los ladrones. - De politie doorzeefde de dieven met kogels.


II freírse

werkw.
Uitspraak:  [fɾe'iɾse]

sentir calor extremo - stikken (van de hitte)
Me estoy friendo en este lugar. - Ik stik van de hitte op deze plek.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
freír (znw.)de frituren
freír (ww.) bakken (ww.) ; braden (ww.)
freír bakken ; frituren
Bronnen: Trueterm; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `freír`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: asar
ES: blanquear
ES: cocer
ES: cocer al vapor
ES: emparrillar
ES: escalfar
ES: estofar
ES: fastidiar
ES: flamear
ES: fregar