Vertalingen freír ES>NL
I freír
werkw.
1) cocinar alimentos en aceite o grasa hirviendo culinair -
bakken , braden freír papas - aardappelen frituren |
2) importunar a alguien -
lastigvallen Mis nietos me fríen a gritos si no les compro lo que quieren. - Mijn kleinkinderen zitten luidkeels te zeuren als ik ze niet koop wat zij willen hebben. |
3) asesinar a tiros -
doorzeven Los policías frieron a balazos a los ladrones. - De politie doorzeefde de dieven met kogels. |
II freírse
werkw.
sentir calor extremo -
stikken (van de hitte) Me estoy friendo en este lugar. - Ik stik van de hitte op deze plek. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
freír (znw.) | de frituren |
freír (ww.) | bakken (ww.) ; braden (ww.) |
freír | bakken ; frituren |
Bronnen: Trueterm; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `freír`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: asarES: blanquearES: cocerES: cocer al vaporES: emparrillarES: escalfarES: estofarES: fastidiarES: flamearES: fregar