Vertalingen frecuente ES>NL
frecuente
bijv.naamw.
1) que ocurre con regularidad -
veelvuldig Hace viajes frecuentes al exterior. - Hij reist veelvuldig naar het buitenland. |
2) que es usual o común -
gebruikelijk Los accidentes son frecuentes en esa esquina. - Ongelukken zijn gebruikelijk op die hoek. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
frecuente (m) | f (veelvuldig) |
frecuente | bezet ; dikwijls ; druk ; drukbezet ; frequent ; geregeld ; herhaald ; meermaals ; menigmaal ; met vast ritme ; regelmatig ; vaak ; veel ; veelvuldig |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `frecuente`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: a menudoES: activoES: agitadoES: alegreES: animadoES: ardienteES: asiduamenteES: atareadoES: comúnES: con asiduidad