Vertaal
Naar andere talen: • escalador > DEescalador > ENescalador > FR
Vertalingen escalador ES>NL

el/la escalador, -ra

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [eskala'ðoɾ, -ɾa]

persona que practica escalada deportiva sport - (berg)beklimmer, -klimster
Los escaladores se perdieron en la nieve. - De bergbeklimmers zijn in de sneeuw verdwaald.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el escalador (m) de binnendringer (m) ; de dief (m) ; de geveltoerist (m) ; de inbreker (m) ; stijger (znw.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `escalador`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alpinista
ES: bandido
ES: bandolero
ES: carterista
ES: hurtador
ES: intruso
ES: ladrón
ES: ratero
ES: timador
ES: trepador