Vertaal
Naar andere talen: • incautar > DEincautar > ENincautar > FR
Vertalingen incautar ES>NL

I incautar

werkw.
Uitspraak:  [inkaw'taɾ]

tomar posesión una autoridad competente del dinero o bienes de una persona - in beslag nemen
Traigo una orden para incautar su automóvil. - Ik heb een bevel bij me om de auto in beslag te nemen.


II incautarse

werkw.
Uitspraak:  [inkaw'taɾse]

tomar posesión una autoridad competente del dinero o bienes de una persona - in beslag nemen
incautarse de un inmueble - een onroerend goed in beslag nemen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
incautar (ww.) aanspraak op maken (ww.) ; confisqueren (ww.) ; in beslag nemen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `incautar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: confiscar
ES: embargar
ES: exigir
ES: reclamar
ES: tener derecho a