Vertaal
Naar andere talen: • entristecer > DEentristecer > ENentristecer > FR
Vertalingen entristecer ES>NL

I entristecer

werkw.
Uitspraak:  [entɾiste'ɑueɾ]

1) causar pena o melancolía - bedroefd maken
La música clásica entristece a mi padre. - De klassiek muziek maakt mijn vader bedroefd.

2) dar aspecto triste - treurig maken
La falta de habitantes entristece las casas. - Het gebrek aan inwoners maakt de huizen treurig.


II entristecerse

werkw.
Uitspraak:  [entɾiste'ɑueɾse]

afligirse por algún motivo una persona - droevig worden
entristecerse con las despedidas - droevig worden door het afscheid

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
entristecer (ww.) bedroeven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `entristecer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abatir
ES: acibarar
ES: acongojar
ES: afligir
ES: amargar
ES: apenar
ES: apesadumbrar
ES: atormentar
ES: contristar
ES: decaer