Vertalingen disfrazar ES>NL
I disfrazar
werkw.
modificar el aspecto natural de algo o alguien -
vermommen El ladrón se disfrazó de policía para robar. - De dief vermomde zich als politieagent om te stelen. |
II disfrazarse
werkw.
ponerse un disfraz -
zich verkleden Se disfrazó de súper héroe. - Hij verkleedde zich als superheld. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
disfrazar (ww.) | bagatelliseren (ww.) ; vergoelijken (ww.) ; verkleden (ww.) ; vermommen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `disfrazar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: disfrazarseES: encubrirES: enmascararES: ocultar