Vertalingen devorar ES>NL
devorar
werkw.
1) comer con ansiedad y rapidez -
opschrokken devorar un pavo - een kalkoen opschrokken |
2) comer un animal su presa -
verslinden Los leones cazaron un ciervo y lo devoraron. - De leeuwen maakten jacht op een hert en verslonden het. |
3) destruir completamente algo -
vernietigen Las llamas devoraron la casa. - De vlammen hebben het huis vernietigd. |
4) leer o estudiar con mucho interés -
verslinden devorar un libro - een boek verslinden |
5) producir un sentimiento violento -
verteerd worden La rabia lo devoraba. - Hij werd verteerd door woede. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
devorar (ww.) | schransen (ww.) ; zwelgen (ww.) ; zitten proppen (ww.) ; vreten (ww.) ; verzwelgen (ww.) ; verslinden (ww.) ; verorberen (ww.) ; tegoed doen (ww.) ; schrokken (ww.) ; bunkeren (ww.) ; schaften (ww.) ; opvreten (ww.) ; oppeuzelen (ww.) ; opeten (ww.) ; nuttigen (ww.) ; eten (ww.) ; consumeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `devorar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agotarES: almorzarES: aniquilarES: aprovecharES: atiborrarseES: atracarseES: carcomerES: cenarES: comerES: comerse