Vertalingen desollar ES>NL
desollar (ww.) | afhalen (ww.) ; afstropen (ww.) ; ontvellen (ww.) ; stropen (ww.) ; uitbenen (ww.) ; villen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `desollar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: deshuesarES: despellejarES: escalparES: pelarES: quitar la piel