Vertalingen desmenuzar ES>NL
desmenuzar
werkw.
1) dividir algo en partes muy pequeñas -
fijnhakken La madre desmenuza la carne para el bebé. - De moeder hakt het vlees fijn voor de baby. |
2) examinar algo con mucho cuidado y detalladamente -
uitdiepen Desmenuzaron el problema para encontrar una solución. - Het probleem werd uitgediept om een oplossing te vinden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
desmenuzar (ww.) | brokkelen (ww.) ; kruimelen (ww.) ; ontraadselen (ww.) ; ontrafelen (ww.) ; ontwarren (ww.) ; uitpluizen (ww.) ; uitrafelen (ww.) ; uitvezelen (ww.) ; uitzoeken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `desmenuzar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: averiguarES: descifrarES: desenredarES: desgranarES: deshacerES: deshacerseES: deshilacharES: deshilarES: desmigajarES: desmigar