Vertaal
Naar andere talen: • desbordar > DEdesbordar > ENdesbordar > FR
Vertalingen desbordar ES>NL

I desbordar

werkw.
Uitspraak:  [deo'ðaɾ]

1) hacer que un líquido sobrepase los bordes de un recipiente o cauce - buiten de oevers treden
La lluvia desbordó el río. - De regen heeft de riviers buiten zijn oevers doen treden.

2) exceder los límites de algo o alguien - te boven gaan
Lo desbordó la situación. - De situatie is hem te boven gegaan.


II desbordarse

werkw.
Uitspraak:  [deoɾ'ðaɾse]

1) sobrepasar un líquido los bordes del recipiente o cauce que lo contiene - overlopen
Dejamos caer el agua y la pila se desbordó. - We lieten het water lopen waardoor de wasbak overliep.

2) exaltarse en el habla o en los actos - de grenzen te buiten gaan
Bebió demasiado y terminó desbordándose. - Hij dronk teveel en ging uiteindelijk zijn grenzen te buiten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
desbordar (ww.) overspoelen (ww.) ; overstromen (ww.) ; stromende over de rand komen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `desbordar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: ahogar
ES: ahogarse
ES: anegar
ES: aventajar a
ES: dejar atrás a
ES: eclipsar a
ES: exceder
ES: ganar a
ES: inundar
ES: inundarse