1. MWB
  2. Vertalen
  3. cuarto (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • cuarto > DE • cuarto > EN • cuarto > FR
Vertalingen cuarto ES>NL

I cuarto, -ta

telwoord
Uitspraak:  ['kwaɾto, -ta]

1) que sigue en orden al tercero - vierde
La oficina se encuentra en el cuarto piso. - Het kantoor bevindt zich op de vierde verdieping.

2) cada una de las cuatro partes en que se divide un todo - kwart
Falta un cuarto para las doce. - Het is kwart voor twaalf.


II el cuarto

zelfst.naamw.

1) habitación de una vivienda architectuur - kamer
Es bastante grande el cuarto de baño de la casa. - De badkamer van het huis is behoorlijk groot.

2) periodo de quince minutos - kwartier
Son las cinco y cuarto. - Het is kwart over vijf.

3) cada una de las cuatro partes en que se considera dividido un cuadrúpedo dierkunde - poot
El perro se paró sobre sus cuartos traseros. - De hond ging op zijn achterste poten staan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el cuarto (m) het kwarto ; de zaal ; het vierendeel ; het vierdeel ; het vierde ; het vertrekken ; het vertrek ; de slaapkamer (v) ; ruimte in een gebouw (znw.) ; kwart ; de kamer ; grote kamer (znw.)
cuarto hoornscheur ; zijkant ; vierendeel ; vier-aderige kabel ; kwart
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `cuarto`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alcoba
ES: aposento
ES: comedor
ES: cuarta parte
ES: cuarto de aseo
ES: cuarto de baño
ES: dormitorio
ES: estancia
ES: estudio
ES: habitación