Vertaal
Naar andere talen: • copular > DEcopular > ENcopular > FR
Vertalingen copular ES>NL
copular (ww.) geslachtsgemeenschap hebben (ww.) ; neuken (ww.) ; vozen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `copular`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: follar
ES: joder