Vertalingen confinar ES>NL
I confinar
werkw.
1) obligar a alguien a permanecer aislado dentro de unos límites -
opsluiten | Los confinaron en una pequeña aldea. - Ze werden opgesloten in een klein dorp. |
2) desterrar a una persona -
verbannen | Lo confinaron en una isla desierta. - Ze werden verbannen naar een onbewoond eiland. |
II confinar
werkw.
lindar dos o más territorios -
grenzen | Argentina confina con Brasil, Paraguay, Bolivia y Chile. - Argentinië grenst aan Brazilië, Paraguay, Bolivia en Chili. |
III confinarse
werkw.
permanecer alguien aislado voluntariamente en un lugar -
zich opsluiten | Se confinó en una casa de campo. - Hij sloot zich op in een buitenhuis. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| confinar (ww.) | begrenzen (ww.) ; beperken (ww.) ; inperken (ww.) |
Bron: Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `confinar`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acorralarES: arrinconarES: delimitarES: demarcarES: encerrarES: limitarES: lindarES: rayarES: restringir
