Vertalingen ambicionar ES>NL
ambicionar (znw.) | de ambitie (v) ; de aspiratie (v) ; het doel ; de intentie (v) |
ambicionar (ww.) | aansturen op (ww.) ; ambiëren (ww.) ; azen (ww.) ; begeren (ww.) ; beogen (ww.) ; doelen (ww.) ; ijveren (ww.) ; pogen (ww.) ; streven (ww.) ; streven naar (ww.) ; trachten (ww.) ; verlangen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ambicionar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: afanarseES: anhelarES: ansiarES: apetecerES: apuntar aES: arder en deseosES: aspirarES: aspirar aES: codiciarES: dar forraje