Vertaal
Naar andere talen: • alquiler > DEalquiler > ENalquiler > FR
Vertalingen alquiler ES>NL

el alquiler

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [alkiˈleɾ]

1) acción de pagar o cobrar por el uso de un bien - huur
contrato de alquiler - huurcontract

2) cantidad de dinero que se paga por usar temporalmente una cosa - verhuur
La dueña del edificio subió los alquileres. - De eigenares van het gebouw heeft de huur verhoogd.
uitdrukking de alquiler

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el alquiler (m) de huishuur ; de huur (m) ; de huuropbrengst (v) ; de huurprijs (m) ; de huursom ; de verhuring (v) ; de verhuur (m)
alquiler huren ; huurcontract ; huurprijs ; leasing ; verhuur
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `alquiler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: arrendamiento
ES: arriendo
ES: inquilinato
ES: precio de alquiler
ES: renta