Vertaal
Naar andere talen: • ajustir > DEajustir > ENajustir > FR
Vertalingen ajustir ES>NL
ajustir (ww.) bedaren (ww.) ; bijleggen (ww.) ; kalmeren (ww.) ; schikken (ww.) ; sussen (ww.) ; tot kalmte manen (ww.) ; verzoenen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ajustir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acallar
ES: apagarse
ES: calmar
ES: dirimir
ES: extinguir
ES: extinguirse
ES: tranquilizar