Vertaal
Naar andere talen: • acallar > DEacallar > ENacallar > FR
Vertalingen acallar ES>NL

acallar

werkw.
Uitspraak:  [akaˈʎaɾ]

1) silenciar sonidos o voces - stil doen zijn
acallar a los niños - de kinderen stil doen zijn

2) reducir la intensidad de una cosa - kalmeren
acallar el escándalo - het schandaal tot bedaren brengen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
acallar (ww.) bedaren (ww.) ; het zwijgen opleggen (ww.) ; kalmeren (ww.) ; laten zwijgen (ww.) ; sussen (ww.) ; tot kalmte manen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `acallar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adormecer
ES: ajustir
ES: amodorrar
ES: amordazar
ES: anestesiar
ES: apagarse
ES: aplacar
ES: calmar
ES: cerrar la boca
ES: cerrar la boca a alguien