Vertalingen afinidad ES>NL
la afinidad
zelfst.naamw.
1) semejanza o parecido entre cosas -
verwantschap | afinidad entre diferentes disciplinas médicas - verwantschap tussen de verschillende medische disciplines. |
2) atracción entre personas con características comunes -
genegenheid | sentir afinidad por alguien - genegenheid voelen voor iemand |
3) parentesco de un cónyuge con la familia del otro -
aanverwantschap | parentesco por afinidad - aangetrouwde familie |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la afinidad (v) | aanverwantschap (znw.) ; de affiniteit (v) ; de liaison ; link (znw.) ; de lotsverbondenheid (v) ; de samenhang (m) ; de verbondenheid (v) ; de welgezindheid (v) |
| afinidad | aanverwantschap ; affiniteit ; band van aanverwantschap ; chromatische kleurbaarheid ; entverwantschap |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afinidad`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aficiónES: analogíaES: coherenciaES: compuestoES: conexiónES: enlaceES: inclinaciónES: lazoES: nexoES: nudo
