Vertaal
Naar andere talen: • afinar > DEafinar > ENafinar > FR
Vertalingen afinar ES>NL

I afinar

werkw.
Uitspraak:  [afiˈnaɾ]

1) volver algo más fino o delgado - gladmaken
afinar la punta del lápiz - de punt van de potlood slijpen

2) volver algo más preciso, perfeccionarlo - afstemmen
afinar la puntería - precies mikken

3) dar el tono adecuado a un instrumento musical muziek - stemmen
afinar la guitarra - de gitaar stemmen


II afinar

werkw.

cantar o tocar instrumentos en el tono correcto - zuiver zingen , zuiver spelen
Es muy afinada cuando canta. - Zij zingt heel zuiver.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
afinar (ww.) veredelen (ww.) ; verfijnen (ww.)
afinar afstemmen
Bronnen: interglot; cibg.be


Voorbeeldzinnen met `afinar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: mejorar
ES: perfeccionar
ES: refinar