Vertaal
Naar andere talen: • acariciar > DEacariciar > ENacariciar > FR
Vertalingen acariciar ES>NL

acariciar

werkw.
Uitspraak:  [akaɾiˈɑujaɾ]

1) rozar suavemente con la mano o con algo el cuerpo - liefkozen , strelen
acariciar la mejilla - de wang strelen

2) pensar con deleite en algo - koesteren
Acariciaba la posibilidad de emigrar. - Hij koesterde de mogelijkheid om te emigreren.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
acariciar (ww.) aaien (ww.) ; knuffen (ww.) ; koesteren (ww.) ; kozen (ww.) ; liefkozen (ww.) ; omarmen (ww.) ; omhelzen (ww.) ; omstrengelen (ww.) ; strelen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `acariciar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrazar
ES: abrigar
ES: arrellanarse
ES: consentir a un niño
ES: dar un abrazo
ES: estrechar entre los brazos
ES: halagar
ES: lisonjear
ES: mimar
ES: tratar con mucho cariño