Vertalingen tienda ES>NL
la tienda
zelfst.naamw.
1) lugar en el que comercializa cualquier tipo de producto commercie -
winkel una tienda de calzado - een schoenenwinkel |
2) armazón de tubos y lona que se fija al suelo y se usa como alojamiento al aire libre -
tent Los montañistas armaron su tienda para pasar la noche. - De bergbeklimmers hebben hun tent opgezet om de nacht door te brengen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la tienda (v) | het bedrijf ; de handel (m) ; kleine onderneming (znw.) ; het kraampje ; de nering (v) ; de tent ; de toko (m) ; het winkelbedrijf ; de zaak |
la tienda | de winkel (m) |
tienda | shop ; tent ; winkel |
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tienda`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bazarES: carpaES: comercioES: estandarteES: negocioES: puestoES: tendereteES: tienda de productos indonesiosES: toldo