Vertaal
Naar andere talen: • trampa > DEtrampa > ENtrampa > FR
Vertalingen trampa ES>NL

la trampa

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['tɾampa]

1) instrumento usado para cazar animales - valstrik
una trampa para osos - een valstrik voor beren

2) plan o acción que se realiza para engañar a una persona - valstrik
Me tendieron una trampa para impedir mi ascenso en el trabajo. - Ze hebben me in de val gelokt om mijn promotie op het werk te belemmeren.

3) infracción disimulada de una regla de un juego o de una ley, con el fin de obtener beneficio personal - bedrog , vals spel
Ganó porque hizo trampa. - Hij heeft gewonnen omdat hij vals heeft gespeeld.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la trampa (v) de oplichting (v) ; de knoeierij (v) ; de kunstgreep (m) ; de list ; het luik ; de manoeuvre ; de misleiding (v) ; nep (znw.) ; de oplichterij (v) ; de knijp ; de truc (m) ; de trucage (v) ; de val (m) ; de valkuil (m) ; het valluik ; de valsheid (v) ; vuile truc (znw.) ; de zwendelarij (v) ; het kelderluik ; de inzakking (v) ; gezwendel (znw.) ; gemene streek (znw.) ; foef (znw.) ; het bedrog
trampa boobytrap ; afleidingsdoel ; flap ; invangplaats ; kiel ; kom ; logische bom ; strik ; trap ; val ; de valdeur (v)
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `trampa`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: añagaza
ES: aplanamiento
ES: ardid
ES: asechanza
ES: astucia
ES: bache
ES: baja
ES: bar
ES: brazadera
ES: burla