Vertalingen renta ES>NL
la renta
zelfst.naamw.
1) beneficio que produce algo regularmente -
opbrengst Esta propiedad produce una importante renta anual. - Dit eigendom levert een belangrijke jaarlijkse opbrengst. |
2) cantidad de dinero que se paga periódicamente por el alquiler o uso de una cosa -
huur Los inquilinos no han pagado todavía la renta. - De huurders hebben de huur nog niet betaald. |
renta per cápita (=valor que resulta de dividir la renta nacional entre el número de habitantes) - inkomen per hoofd
La renta per cápita indica el nivel de desarrollo de una nación. - Het inkomen per hoofd van de bevolking geeft het ontwikkelingsniveau van een land aan.
|
vivir de rentas (=aprovecharse de lo que se ha hecho o conseguido en el pasado) - rentenieren
Este futbolista vive de las rentas de su glorioso pasado. - Deze voetballer renteniert van zijn roemruchte verleden.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la renta (v) | de huuropbrengst (v) ; de verdiensten ; het salaris ; de rente ; de ontvangsten ; het loon ; de interest (m) ; de inkomsten ; inkomen uit onderneming (znw.) ; het inkomen ; de huur (m) ; grondpacht (znw.) |
renta | annuïteit ; rente ; periodieke betaling ; pachtsom ; pachtprijs ; lijfrente ; inkomen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `renta`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: alquilerES: arrendamientoES: arriendoES: compensaciónES: entradasES: gajesES: gananciasES: ingresosES: mensualidadES: paga