Vertalingen llegar ES>NL
I llegar
werkw.
1) pasar a estar en el término de un desplazamiento o trayectoria -
aankomen Llegamos al puerto a mediodía. - We kwamen tussen de middag bij de haven aan. |
2) producirse o aparecer un suceso o circunstancia -
aanbreken Llegó el día de la boda. - De dag van de bruiloft is aangebroken. |
3) alcanzar un objetivo determinado, en especial profesional -
worden Llegó a gerente en un año. - Hij is in een jaar hoofd geworden. |
4) quedar una cosa al mismo nivel o altura que otra -
reiken Las medias llegan hasta la pantorrilla. - De kousen reiken tot aan de kuiten. |
5) durar hasta un tiempo determinado -
blijven llegar a vivir muchos años - jarenlang blijven leven |
6) alcanzar una cosa una cantidad determinada -
bereiken Las ventas de este mes llegan al récord de nuestra empresa. - De verkoop van deze maand heeft het record van ons bedrijf bereikt. |
7) producir una cosa impacto en una persona -
indruk maken Su actuación no le llegó a nadie. - Zijn optreden heeft op niemand indruk gemaakt. |
II llegarse
werkw.
ir hasta un lugar que está próximo -
langskomen En un rato nos llegamos por el club. - Over een poosje komen we langs de club. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
llegar (ww.) | eindigen (ww.) ; verzeilen (ww.) ; uitkrijgen (ww.) ; uithebben (ww.) ; terechtkomen (ww.) ; terecht komen (ww.) ; stoppen (ww.) ; ophouden (ww.) ; op de grond komen (ww.) ; neerkomen (ww.) ; landen (ww.) ; ingaan (ww.) ; geraken (ww.) ; finishen (ww.) ; aankomen (ww.) ; een einde maken aan (ww.) ; binnentreden (ww.) ; binnenstappen (ww.) ; binnenlopen (ww.) ; binnenkomen (ww.) ; binnengaan (ww.) ; betreden (ww.) ; bereiken (ww.) ; belanden (ww.) ; beëindigen (ww.) ; arriveren (ww.) ; afsluiten (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `llegar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acabar con unaES: accederES: acercarseES: acudirES: alcanzarES: allegarseES: apearseES: aproximarseES: arribarES: asistir