Vertaal
Naar andere talen: • detener > DEdetener > ENdetener > FR
Vertalingen detener ES>NL

I detener

werkw.
Uitspraak:  [dete'neɾ]

1) impedir el movimiento de algo o alguien - stilleggen
detener la pelota - stilleggen van de bal

2) interrumpir algo - tegenhouden
detener una enfermedad - tegenhouden van een ziekte

3) arrestar a alguien juridisch - aanhouden
detener a un ladrón - een dief aanhouden


II detenerse

werkw.
Uitspraak:  [dete'neɾse]

1) interrumpir una persona o animal su movimiento físico - blijven staan
Se detuvo durante la caminata para beber agua. - Hij stopte tijdens de wandeling om water te drinken.

2) tomarse el tiempo para hacer algo - de tijd nemen
Se detuvo a pensar en sus hijos. - Hij nam de tijd om aan zijn kinderen te denken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
detener (ww.) opsluiten (ww.) ; in de hoogte houden (ww.) ; in hechtenis houden (ww.) ; inrekenen (ww.) ; interneren (ww.) ; isoleren (ww.) ; omhooghouden (ww.) ; ophouden (ww.) ; oppakken (ww.) ; in de cel zetten (ww.) ; remmen (ww.) ; snappen (ww.) ; stopzetten (ww.) ; tegenhouden (ww.) ; tot staan brengen (ww.) ; vasthouden (ww.) ; vastzetten (ww.) ; weerhouden (ww.) ; hooghouden (ww.) ; aanhouden (ww.) ; afhouden (ww.) ; arresteren (ww.) ; beletten (ww.) ; betrappen (ww.) ; detineren (ww.) ; ervanaf houden (ww.) ; gevangen zetten (ww.) ; gevangenhouden (ww.) ; gevangennemen (ww.) ; grijpen (ww.) ; halt houden (ww.)
detener aanhouden ; stoppen ; stilhouden ; arresteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `detener`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acabar
ES: adentrar
ES: amortiguar
ES: aprehender
ES: apresar
ES: aprisionar
ES: arrestar
ES: atajar
ES: atar
ES: atenuar