Vertalingen cadena ES>NL
la cadena
zelfst.naamw.
1) sucesión de eslabones de metales enlazados entre sí -
ketting | cadena de oro - gouden ketting |
2) serie de acontecimientos o cosas -
aaneenschakeling | cadena de tragedias - aaneenschakeling van akelige gebeurtenissen |
3) agrupación de personas que trabajan en serie -
lijn | cadena de producción - productielijn |
4) conjunto de máquinas que trabajan en serie -
band | cadena de montado - lopende band |
5) agrupación de montañas geografie -
keten | cadena montañosa - bergketen |
6) transmisión en simultáneo -
net | transmisión en cadena - live-uitzending |
7) agrupación de establecimientos de la misma función commercie -
keten | cadena hotelera - hotelketen |
8) sujeción producida por el cariño u opresión -
schakel | El matrimonio es una cadena que te une a otro. - Het huwelijk is een schakel die je met de ander verbindt. |
 en cadena
(=de modo continuado) - aan de lopende band
producción en cadena - productie aan de lopende band
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la cadena (v) | de aaneenrijging (v) ; het televisiekanaal ; het snoer ; net (znw.) ; de kluister ; het kettinkje ; de ketting (v) ; de keten (v) ; het halssnoer ; het halssieraad ; de halsketting ; de boei ; de aaneenschakeling (v) ; aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden (znw.) |
| cadena | begrippenreeks ; woord ; trekketting ; toposequentie ; streng ; schering ; rij ; reeks ; kettingreeks ; ketting ; keten ; catena |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `cadena`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: balizaES: boyaES: cadenasES: cadenillaES: caravanaES: cercoES: cicloES: colaES: collarES: columna
