Vertaal
Naar andere talen: • auxiliar > DEauxiliar > ENauxiliar > FR
Vertalingen auxiliar ES>NL

I auxiliar

bijv.naamw.
Uitspraak:  [awksiˈljaɾ]

1) que ayuda o complementa - hulp-
Las bebidas estaban en una mesa auxiliar. - De drankjes stonden op een bijzettafel.

2) que asiste a su jefe - assistent-
profesor auxiliar - plaatsvervangend leraar


II auxiliar

zelfst.naamw.

trabajador que asiste y ayuda a su jefe notPredefined" freeValue="occupations - medewerker
auxiliar de biblioteca - bibliotheekassistent


III auxiliar

werkw.

dar ayuda o amparo a alguien que está en peligro o problemas - helpen
Los médicos auxiliaron al accidentado. - De artsen hielpen de gewonde.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
auxiliar (znw.)de medewerkster (v) ; de klerk (m) ; de kantoorbediende ; het hulpwerkwoord
auxiliar (ww.) iemand vervangen (ww.) ; handreiken (ww.) ; bijspringen (ww.) ; assisteren (ww.)
auxiliar stuurschakeling ; toegevoegd ; tenderschip ; aanvullend ; redder ; ondersteunend ; ondergeschikt ; meegeleverd ; hulpschip ; helper ; doteren ; behulpzaam ; assistent ; adjuvant
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `auxiliar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acudir en ayuda
ES: administrativo
ES: apoyar
ES: asistente
ES: asistente administrativo
ES: asistir
ES: atender
ES: ayudante
ES: ayudante sanitario
ES: ayudar