Vertalingen aguantar ES>NL
I aguantar
werkw.
1) mantener algo para que no caiga -
ondersteunen El trípode aguanta el peso de la cámara de fotos. - De driepoot kan het gewicht van de fotocamera aan. |
2) impedir que una acción se realice -
inhouden aguantar la respiración debajo del agua - de adem inhouden onder water |
3) resistir ante dificultades -
(kunnen) volhouden aguantar trabajos penosos - zwaar werk kunnen volhouden |
4) tolerar algo o a alguien desagradable -
uithouden aguantar el calor - de warmte uithouden |
II aguantar
werkw.
resistir una persona una situación que le causa sufrimiento o dolor -
volhouden no aguantar más - niet meer volhouden |
III aguantarse
werkw.
1) impedir que un sentimiento o emoción se exprese libremente -
zich bedwingen aguantarse la risa - de lach inhouden |
2) soportar una situación penosa o indeseada -
volhouden aguantarse el dolor - de pijn volhouden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aguantar (ww.) | standhouden (ww.) ; zich staande houden (ww.) ; welgevallen (ww.) ; voortduren (ww.) ; volhouden (ww.) ; verteren (ww.) ; verduren (ww.) ; verdragen (ww.) ; velen (ww.) ; vasthouden (ww.) ; uitzingen (ww.) ; uithouden (ww.) ; doorleven (ww.) ; overleven (ww.) ; opvangen (ww.) ; incasseren (ww.) ; in leven blijven (ww.) ; iets verduren (ww.) ; houden (ww.) ; harden (ww.) ; dulden (ww.) ; dragen (ww.) ; doorstaan (ww.) ; doormaken (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `aguantar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: afligirseES: comerseES: conllevarES: conservarse en vidaES: consumirES: corroerES: corroerseES: desaparecerES: descomponerseES: digerir