of, for, or concerning, the people (of a community or nation) in general: “a public library”
openbaar

'publicly (Bijwoord)

in het openbaar

pu'blicity (Zelfstandig naamwoord)

1 advertising: “There is a lot of publicity about the dangers of smoking.”
publiciteit

2 the state of being widely known: “Film stars usually like publicity.”
bekendheid

'publicize (Werkwoord)

to make widely known; to advertise: “We are publicizing a new product.”
bekend maken, reclame maken voor

public holiday

a day on which all (or most) shops, offices and factories are closed for a holiday.
feestdag

public house

a house where alcoholic drinks are sold to the public.
café

public relations

the attitude, understanding etc between a firm, government etc and the public.
public relations

'public 'service an'nouncement (Zelfstandig naamwoord)

(especially American) an announcement on television or radio given as a service to the public.
?????

public spirit

a desire to do things for the good of the community.
maatschappelijke gezindheid

'public-'spirited (Bijvoeglijk naamwoord)

maatschappelijk gezind

public transport

the bus, tram and train services provided by a state or community for the public.
openbaar vervoer

in public

in front of other people, not in private: “They are always quarrelling in public.”
in het openbaar

the public

people in general: “This swimming pool is open to the public every day.”
het publiek

public opinion poll

a way of finding out public opinion by questioning a certain number of people.
opiniepeiling


© K Dictionaries Ltd.

the public	het gehoor ; de openbaarheid (v) ; het publiek
public (bnw.)	algemeen (bnw.)
public	openbaar ; ruchtbaar ; algemeen ; openbaar ; openbare ; openlijk ; staats-

Bronnen: interglot; Omegawiki.org; KDE opensourcesoftware; Download IATE, European Union, 2017.; MWB; Wakefield genealogy pages




EN: city
EN: civil
EN: common people
EN: community
EN: general population
EN: general public
EN: laypeople
EN: local
EN: masses
EN: municipal

EN: publicaddress system NL: geluidsinstallatie (om grote menigten toe te kunnen spreken)
EN: public affairs NL: staatszaken NL: openbare aangelegenheden
EN: at the public cost NL: op rijkskosten
EN: public dinner NL: banket
EN: public education NL: schoolonderwijs, schoolopvoeding
EN: public good NL: algemeen welzijn
EN: public health NL: volksgezondheid
EN: public house NL: herberg, café
EN: public man NL: bekleder van openbaar ambt NL: iemand die rol speelt in het openbare leven
EN: public-minded NL: de belangen van het publiek behartigend
EN: public opinion poll NL: opiniepeiling
EN: public place NL: gebouw (plaats) voor iedereen toegankelijk
EN: public property NL: staatseigendom
EN: public prosecutor NL: Officier van Justitie
EN: the public purse NL: de schatkist
EN: public relations NL: gunstige publiciteit NL: relaties buiten het bedrijf
EN: public relations officer NL: voorlichtingsambtenaar
EN: public school NL: particuliere kostschool. openbare school (in Schot., Am. en Koloniën)
EN: public servant NL: rijksambtenaar
EN: public spirit NL: vaderlandsliefde