Vertalingen believe EN>NL
1 to regard (something) as true: “I believe his story.”geloven2 to trust (a person), accepting what he says as true: “I believe you.”geloven3 to think (that): “I believe he's ill.”gelovenbe'lievable (Bijvoeglijk naamwoord)geloofwaardigbe'lief (Zelfstandig naamwoord)1 faith or trust: “I have no belief in his ability.”geloof2 (often in plural) something believed: “Christian beliefs.”geloofbe'liever (Zelfstandig naamwoord)a person who has (especially religious) beliefs: “a true believer.”gelovigebelieve into accept the existence or recognize the value of (something): “Do you believe in ghosts?”geloven in© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to believe | aannemen (ww.) ; geloven (ww.) |
believe | houden voor ; menen |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `believe`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: acknowledgeEN: admitEN: agree toEN: allowEN: assumeEN: considerEN: deemEN: feelEN: imagineEN: judgeUitdrukkingen en gezegdes
EN: make
believe
NL: doen alsof, wijs maken