1. MWB
  2. Vertalen
  3. oblige (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • oblige > DE • oblige > ES • oblige > FR
Vertalingen oblige EN>NL

1 to force to do something: “She was obliged to go”
noodzaken

2 to do (someone) a favour or service: “Could you oblige me by carrying this, please?”
van dienst zijn

obligation (Zelfstandig naamwoord)

a promise or duty: “You are under no obligation to buy this.”
verplichting

obligatory (Bijvoeglijk naamwoord)

compulsory: “Attendance at tonight's meeting is obligatory.”
verplicht

o'bligatorily (Bijwoord)

verplicht

o'bliging (Bijvoeglijk naamwoord)

willing to help other people: “He'll help you †“ he's very obliging.”
behulpzaam

o'bligingly (Bijwoord)

behulpzaam
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to oblige dwingen (ww.) ; dwingen te doen (ww.) ; forceren (ww.) ; gerieven (ww.) ; noodzaken tot (ww.) ; verplichten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `oblige`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: help

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: we are obliged to go NL: we moeten gaan
EN: further details will oblige NL: gaarne verdere bijzonderheden
EN: obliged NL: ook: dankbaar (for, voor)