to low	loeien (ww.)
the low	het laagterecord ; het laagtepunt ; het diepterecord ; het dieptepunt ; de depressie (v)
low	laag ; kwaadwillig ; laaghangend ; laagstaand ; lage luchtdruk ; leep ; listig ; met slechte intentie ; niet hoog ; slecht ; slinks ; sluw ; snood ; stiekem ; uitgekookt ; vals ; in het geniep ; achterbaks ; doortrapt ; emotionele crisis ; gehaaid ; gemeen ; geniepig ; geraffineerd ; geslepen ; gewiekst ; gluiperig
LOW (Afkorting)	launch on warning
low	beneden ; zacht ; vuig ; schunnig ; onderaan ; lagedrukgebied ; lage ; laaghartig ; infaam ; depressie

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Wikipedia




EN: at a low level
EN: down
EN: dwindling
EN: in short supply
EN: minimal
EN: run down
EN: short
EN: thin

EN: low mass NL: stille mis
EN: low tide NL: lage waterstand
EN: be in low water NL: financieel aan de grond zitten
EN: Low Church NL: calvinistisch getinte richting in de Anglicaanse Kerk
EN: low comedian NL: komiek, kluchtspeler
EN: the Low Countries NL: de Nederlanden
EN: Low Latin NL: volkslatijn (van 200-600 n. Chr.)
EN: low latitudes NL: gebieden om de evenaar
EN: low life NL: 't leven van de lagere standen
EN: keep a low profile NL: z. gedeisd houden NL: niet op de voorgrond treden
EN: be in low spirits NL: neerslachtig zijn
EN: Low Sunday NL: Beloken Pasen
EN: as low as that time NL: (zelfs) toen nog