Vertaal
Naar andere talen: • join > DEjoin > ESjoin > FR
Vertalingen join EN>NL

1 (often withup, ~onetc) to put together or connect: “The electrician joined the wires (up) wrongly”
verbinden

2 to connect (two points) eg by a line, as in geometry: “Join point A to point B.”
verbinden

3 to become a member of (a group): “Join our club!”
lid worden van

4 (sometimes withup) to meet and come together (with): “This lane joins the main road”
(zich) aansluiten

5 to come into the company of: “I'll join you later in the restaurant.”
zich aansluiten
a place where two things are joined: “You can hardly see the joins in the material.”
verbinding

join forces

to come together for united work or action: “We would do better if we joined forces (with each other).”
samenwerken

join hands

to clasp one another's hands (eg for dancing): “Join hands with your partner”
de hand geven

join in

to take part (in): “We're playing a game †“ do join in!”
meedoen

join up

to become a member of an armed force: “He joined up in 1940.”
dienst nemen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to join participeren (ww.) ; bundelen (ww.) ; combineren (ww.) ; concentreren (ww.) ; deelnemen (ww.) ; een combinatie maken (ww.) ; erbij komen (ww.) ; erbij voegen (ww.) ; in de val laten lopen (ww.) ; knevelen (ww.) ; knopen (ww.) ; koppelen (ww.) ; lassen (ww.) ; lid worden van (ww.) ; meedoen (ww.) ; binden (ww.) ; samenbrengen (ww.) ; samenkomen (ww.) ; samenlopen (ww.) ; samentrekken (ww.) ; samenvoegen (ww.) ; strikken (ww.) ; toevoegen (ww.) ; vastbinden (ww.) ; vastmaken (ww.) ; verbinden (ww.) ; verenigen (ww.) ; voegen (ww.) ; zich aansluiten bij (ww.) ; zich voegen (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; bijeenbrengen (ww.) ; bijeen komen (ww.) ; bijdoen (ww.) ; bij elkaar brengen (ww.) ; zich aansluiten bij ; aansluiten (ww.) ; aaneenschakelen (ww.) ; aaneenlassen (ww.)
join mee ; aanvoegen ; mede ; aaneenkoppelen ; aan elkaar vastmaken ; aaneenvoegen ; aansluiten in de zin van 'aankoppelen' ; bijeenbinden ; join ; koppelen in de zin van aaneenkoppelen ; lid worden ; samenbinden ; samenvoegingsnaad ; toetreden ; verbinden in de zin van aansluiten ; vereniging ; verklimmen ; zich aaneensluiten ; zich aansluiten ; zich verenigen
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `join`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: affiliate
EN: amalgamate
EN: associate
EN: bind
EN: blend
EN: bond
EN: bring together
EN: combine
EN: come together
EN: connect

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: join battle NL: de strijd aanbinden
EN: join forces NL: (figuurlijk) gezamenlijk optreden
EN: join hands NL: de handen vouwen, elkaar de hand geven NL: (figuurlijk) samenwerken
EN: join ship NL: aan boord gaan, monsteren
EN: join in NL: meedoen
EN: join up NL: verbinden NL: (spreektaal) in militair dienst gaan
EN: they got joined up NL: zij trouwden
EN: join with NL: z. aansluiten bij