Vertalingen injure EN>NL
to harm or damage: “He injured his arm when he fell”verwonden, kwetsen'injured (Bijvoeglijk naamwoord)1 (also noun) (people who have been) wounded or harmed: “The injured (people) were all taken to hospital after the accident.”gewond2 (of feelings, pride etc) hurt: “'Why didn't you tell me before?' he said in an injured voice.”gekwetstinjurious (Bijvoeglijk naamwoord)(withto) harmful: “Smoking is injurious to one's health.”schadelijk'injury (Zelfstandig naamwoord)(an instance of) harm or damage: “Badly designed chairs can cause injury to the spine”verwonding© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to injure | knauwen (ww.) ; zeer doen (ww.) ; verwonden (ww.) ; toetakelen (ww.) ; schaden (ww.) ; pijn doen (ww.) ; pijn bezorgen (ww.) ; nadelig zijn (ww.) ; nadeel berokkenen (ww.) ; kwetsen (ww.) ; kwaad doen (ww.) ; krenken (ww.) ; in elkaar slaan (ww.) ; deren (ww.) ; blesseren (ww.) ; bezeren (ww.) ; beschadigen (ww.) ; benadelen (ww.) |
injure | afbreuk doen aan ; stukmaken ; schenden ; havenen ; duperen ; bederven |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `injure`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: breakEN: dentEN: harmEN: hurtEN: scratchEN: smash upEN: spoilEN: wound