Vertalingen farm EN>NL
1 an area of land, including buildings, used for growing crops, breeding and keeping cows, sheep, pigs etc: “Much of England is good agricultural land and there are many farms.”boerderij2 the farmer's house and the buildings near it in such a place: “We visited the farm”boerderijto cultivate (the land) in order to grow crops, breed and keep animals etc: “He farms (5,000 acres) in the south.”het boerenbedrijf uitoefenen'farmer (Zelfstandig naamwoord)the owner or tenant of a farm who works on the land etc: “How many farmworkers does that farmer employ?”boer'farming (Zelfstandig naamwoord)the business of owning or running a farm: “There is a lot of money involved in farming”boerenbedrijf;'farmhouse (Zelfstandig naamwoord)the house in which a farmer lives.boerderij'farmyard (Zelfstandig naamwoord)the open area surrounded by the farm buildings: “There were several hens loose in the farmyard”boerenerf© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| to farm | boerderij (ww.) ; boerenbedrijf (ww.) ; boerenhoeve (ww.) ; boerenhofstede (ww.) ; hoeve (ww.) ; pachten (ww.) |
| farm | aquacultuurbedrijf ; aquacultuurinrichting ; bezitting ; goed ; in pacht hebben ; landbouwbedrijf ; landgoed ; pacht |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `farm`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: arable farmEN: cattle farmEN: dairy farmEN: estateEN: fish farmEN: fruit farmEN: growEN: plantEN: ploughEN: sheep farmUitdrukkingen en gezegdes
EN: farm out
NL: uitbesteden (werk)
