1. MWB
  2. Vertalen
  3. peel (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • peel > DE • peel > ES • peel > FR
Vertalingen peel EN>NL

1 to take off the skin or outer covering of (a fruit or vegetable): “She peeled the potatoes.”
schillen

2 to take off or come off in small pieces: “The paint is beginning to peel (off).”
afbladderen
the skin of certain fruits, especially oranges, lemons etc.
schil

'peeler (Zelfstandig naamwoord)

a tool etc that peels (something): “a potato-peeler.”
schilmes

'peelings (noun plural)

the strips or pieces of skin peeled off an apple, potato etc: “potato peelings.”
schillen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to peel afschilferen (ww.) ; vervellen (ww.) ; vel (ww.) ; schillen (ww.) ; schil (ww.) ; peul (ww.) ; pellen (ww.) ; jassen (ww.) ; doppen (ww.) ; aftrekken (ww.) ; afbladderen (ww.)
peel afpellen ; schorsschil ; schors ; schil ; schaal ; huidschil ; huid ; dop ; citroenschil
Bronnen: Vlietstra; interglot; Wakefield genealogy pages; Horecagids; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `peel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: coat
EN: coating
EN: crust
EN: outer layer
EN: prepare
EN: shell
EN: skin
EN: strip
EN: trim

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: candied peel NL: sukade