Vertalingen practise EN>NL
1 to do exercises to improve one's performance in a particular skill etc: “She practises the piano every day”oefenen2 to make (something) a habit: “to practise self-control.”zich oefenen in3 to do or follow (a profession, usually medicine or law): “He practises (law) in London.”beoefenen'practised (Bijvoeglijk naamwoord)skilled through much practice: “a practised performer.”geoefend practise is a verb: to practise (not practice) the guitar.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to practise | harden (ww.) ; uitoefening (ww.) ; uitoefenen (ww.) ; trainen (ww.) ; toepassen (ww.) ; sport uitoefenen (ww.) ; repeteren (ww.) ; praktiseren (ww.) ; oplappen (ww.) ; oefenen (ww.) ; leren (ww.) ; instuderen (ww.) ; herhalen (ww.) ; hanteren (ww.) ; gebruiken (ww.) ; gebruik maken van (ww.) ; dokteren (ww.) ; coachen (ww.) ; bezigen (ww.) ; beoefenen (ww.) ; benutten (ww.) ; bekwamen (ww.) ; aanwenden (ww.) ; aangrijpen (ww.) |
practise | drillen ; zich oefenen |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `practise`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: go overEN: performanceEN: prepareEN: repeatEN: reviewEN: run throughEN: studyEN: trainAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: practise US-spelling: practice |
Uitdrukkingen en gezegdes
EN: a
practised businessman
NL: een ervaren zakenman