1 the quality of worth, excellence or praiseworthiness: “He reached his present position through merit.”
verdienste

2 a good point or quality: “His speech had at least the merit of being short.”
verdienste
to deserve as reward or punishment: “Your case merits careful consideration.”
verdienen

'meri'torious (Bijvoeglijk naamwoord)

deserving reward or praise: “a meritorious performance.”
verdienstelijk
© K Dictionaries Ltd.

to merit	verdienen (ww.)
the merit	het belang ; de betekenis (v) ; de deugd ; de merite ; de verdienste (v) ; de verdienstelijkheid (v) ; de waarde (v) ; de zin (m)
MERIT (Afkorting)	MERIT (Afkorting)
merit	genetische waarde ; pluspunt ; toekomen ; waard zijn ; waardig zijn

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra




EN: be worthy of
EN: earn
EN: justify
EN: ought to have
EN: praiseworthiness
EN: value
EN: warrant
EN: worth

EN: this must be judged on its own merits NL: dit moet op zich zelf beoordeeld worden
EN: make a merit of NL: z. als verdienste aanrekenen
EN: the merits and demerits of something NL: het voor en tegen van iets