Vertalingen impulse EN>NL
1 a sudden desire to do something, without thinking about the consequences: “I bought the dress on impulse †“ I didn't really need it”impuls, opwelling2 a sudden force or stimulation: “an electrical impulse.”impulsim'pulsive (Bijvoeglijk naamwoord)done, or likely to act, suddenly, without careful thought: “an impulsive action”impulsiefim'pulsively (Bijwoord)impulsiefim'pulsiveness (Zelfstandig naamwoord)impulsieve aard© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| the impulse | de stimulering (v) ; de opwelling (v) ; de luim ; het instinct ; de impuls ; de drift ; de drang ; animering (znw.) ; de aanzet (m) ; de aandrift |
| impulse | stoot in de zin van impuls ; zenuwinmpuls ; stuwing ; aandrang ; stoot ; spanningsstoot ; schok ; puls ; impulsus ; impulsio ; impuls in de zin van mechanische impuls ; impuls ; drang ; bevlieging ; aandrift |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; MWB
Voorbeeldzinnen met `impulse`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: capriceEN: crazeEN: fadEN: instinctEN: notionEN: quirkEN: urge