Vertaal
Naar andere talen: • haul > DEhaul > EShaul > FR
Vertalingen haul EN>NL

1 to pull with great effort or difficulty: “Horses are used to haul barges along canals.”
sleuren

2 to carry by some form of transport: “Coal is hauled by road and rail.”
verplaatsen, vervoeren

1 a strong pull: “He gave the rope a haul.”
haal

2 the amount of anything, especially fish, that is got at one time: “The fishermen had a good haul”
vangst, buit

'haulage (Zelfstandig naamwoord)

(money charged for) the carrying of goods by road, rail etc.
vrachtgeld

'haulier (Zelfstandig naamwoord)

a person who owns lorries which carry goods for other people.
transporteur

a long haul

a long or tiring job, journey etc.
lange periode; grote afstand
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to haul last (ww.) ; vracht (ww.) ; voorttrekken (ww.) ; trekken (ww.) ; te voorschijn trekken (ww.) ; takelen (ww.) ; sleuren (ww.) ; slepen (ww.) ; met een takel ophijsen (ww.) ; lading (ww.) ; eruit halen (ww.) ; belading (ww.) ; aanslepen (ww.)
haul afvoeren van defecte auto ; vervoeren ; vangst ; uitzetting ; trek
Bronnen: interglot; Autowoordenboek; cibg.be; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `haul`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: drag
EN: draw
EN: heave
EN: lug
EN: pull
EN: tow
EN: tug
EN: yank

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: haul upon the wind NL: bij de wind brassen, oploeven
EN: haul up NL: aan boord halen
EN: haul a person up NL: iemand een uitbrander geven