1. MWB
  2. Vertalen
  3. tug (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • tug > DE • tug > ES • tug > FR
Vertalingen tug EN>NL
to pull (something) sharply and strongly: “He tugged (at) the door but it wouldn't open.”
rukken

1 a strong, sharp pull: “He gave the rope a tug.”
ruk

2 a tug-boat.
sleepboot

'tug-boat (Zelfstandig naamwoord)

a small boat with a very powerful engine, for towing larger ships.
sleepboot

'tug-of-'war (Zelfstandig naamwoord)

a competition in which two people or teams pull at opposite ends of a rope, trying to pull their opponents over a centre line.
touwtrekwedstrijd
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to tug rukken (ww.) ; sjorren (ww.) ; slepen ; sleper (ww.) ; trekken (ww.)
tug ruk ; sleepboot
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Vlietstra; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `tug`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: lug

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: he tugged him in NL: (figuurlijk) hij sleepte 'm met de haren erbij
EN: I felt a great tug at parting NL: scheiden viel me zwaar