Vertalingen friend EN>NL
1 someone who knows and likes another person very well: “He is my best friend.”vriend2 a person who acts in a friendly and generous way to people etc he or she does not know: “a friend to animals.”vriend'friendless (Bijvoeglijk naamwoord)without friends: “alone and friendless.”vriendenloos'friendly (Bijvoeglijk naamwoord)kind and willing to make friends: “She is very friendly to everybody.”vriendelijk'friendship (Zelfstandig naamwoord)1 the state of being friends: “Friendship is a wonderful thing.”vriendschap2 a particular relationship between two friends: “Our friendship grew through the years.”vreindschapmake friends (with)to start a friendly relationship; to become friends with someone: “The child tried to make friends with the dog.”vriendschap sluiten© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the friend | de maat (m) ; het vriendje ; het vriendinnetje ; de vriendin ; de vriend (m) ; de spitsbroeder (m) ; de partner (m) ; pal (znw.) ; het makkertje ; de makker (m) ; het maatje ; de bekende ; de kornuit (m) ; de kompaan (m) ; de kennis (v) ; het kameraadje ; de kameraad (m) ; de intimus (m) ; de gezel (m) ; het gabbertje ; de gabber (m) ; de compagnon (m) |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `friend`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: acquaintanceEN: assistantEN: associateEN: buddyEN: chumEN: cohortEN: collaboratorEN: colleagueEN: companionEN: comradeAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `friend / mate` In US-Engels gebruikt men `friend` |
Uitdrukkingen en gezegdes
EN: friends
NL: familieledenEN: my honourable
friend
NL: de geachte afgevaardigdeEN: a
friend in need is a
friend indeed
NL: in de nood leert men zijn vrienden kennen