Vertalingen assign EN>NL
1 to give to someone as his share or duty: “They assigned the task to us.”toewijzen2 to order or appoint: “He assigned three men to the job.”aanwijzenas'signment (Zelfstandig naamwoord)a duty assigned to someone: “You must complete this assignment by tomorrow.”taak© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to assign | toewijzen (ww.) ; toekennen (ww.) ; toebedelen (ww.) ; overdragen (ww.) ; iets toekennen (ww.) ; gunnen (ww.) ; delegeren (ww.) |
assign | rechtverkrijger ; voor het gerecht dagen ; aanduiden ; rechtverkrijgende ; in eigendom afstaan ; dagvaarden ; dagen ; betekenen ; als taak opgeven ; aanwijzen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `assign`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: allocateEN: allotEN: appointEN: apportionEN: attributeEN: authorizeEN: chooseEN: commitEN: creditEN: deal out