1. MWB
  2. Vertalen
  3. übereinstimmen (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen übereinstimmen DE>NL

I übereinstimmen

werkw.
Uitspraak:  [yːbɐˈ|ainʃtɪmən]

1) deel van de uitdrukking:
uitdrukking mit jemandem / etw. übereinstimmen

2) gleich sein, einander entsprechen - overeenkomen
Die Zeugen berichteten von übereinstimmenden Beobachtungen. - De getuigen gaven dezelfde waarnemingen door.
Die Unterschrift auf dem Formular stimmt nicht mit der im Ausweis überein. - De handtekening op het formulier was niet gelijk aan die op het paspoort.


II die Übereinstimmung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [yːbɐˈ|ainʃtɪmʊŋ]
Verbuigingen:  Übereinstimmung , Übereinstimmungen

1) deel van de uitdrukking: overeenstemming
Zwischen den Parteien konnte keine Übereinstimmung erreicht werden. - Tussen de partijen kon geen overeenstemming worden bereikt.

2) deel van de uitdrukking: gemeenschappelijk
Der Vergleich ihrer Lebensläufe ergab viele Übereinstimmungen. - De vergelijking van hun cv's gaf veel overeenkomsten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
übereinstimmen (ww.) congruent zijn (ww.) ; correct zijn (ww.) ; eens worden (ww.) ; evenaren (ww.) ; juist zijn (ww.) ; kloppen (ww.) ; overeenstemmen (ww.)
das Übereinstimmenhet accorderen
übereinstimmen het eens zijn ; overeenkomen ; stroken
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `übereinstimmen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: analog sein
DE: aufeinander abgestimmt sein
DE: entsprechen
DE: harmonieren
DE: korrespondieren
DE: zueinander passen
DE: zusammenfallen
DE: zusammenpassen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: übereinstimmen mit einem NL: ook: het eens zijn met iemand