Vertalingen überwältigen DE>NL
überwältigen
werkw.
Uitspraak: | [yːbɐˈvɛltɪgən] |
1) mit Gewalt wehrlos machen -
overmeesteren Sie konnten die Täter überwältigen. - Zij konden de dader overmeesteren. |
2) sehr stark beeindrucken -
overweldigen Ich bin von seiner Großzügigkeit überwältigt. - Ik ben door zijn ruimdenkendheid overmannen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
überwältigen (ww.) | bedelven (ww.) ; begraven (ww.) ; knechten (ww.) ; onderwerpen (ww.) ; overladen (ww.) ; overstelpen (ww.) |
überwältigen | overmeesteren |
Bronnen: interglot; mwb
Voorbeeldzinnen met `überwältigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: befallenDE: überfallenDE: überkommenDE: überlaufenDE: überrennen