Vertalingen Arbeit DE>NL
die Arbeit
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈarbait] |
Verbuigingen: | Arbeit , Arbeiten |
1) Tätigkeit mit einem bestimmten Ziel, die man aus Pflicht oder Notwendigkeit tut -
werkzaamheden Arbeiten im Haushalt erledigen - werkzaamheden in het huishouden uitvoeren Aufräumarbeiten nach einem Unwetter - opruimwerkzaamheden na onweer |
etw. ist in Arbeit (=etw. wird gerade gemacht) - uitvoering
|
sich an die Arbeit machen (=anfangen zu arbeiten) - aan het werk gaan
|
Das war ganze Arbeit! (=das war sehr gut) - dat was goed
|
2) Beschäftigung gegen Bezahlung -
werkplek jeden Morgen zur Arbeit gehen - iedere morgen naar het werk gaan eine Arbeit suchen / finden - werk zoeken / vinden |
3) deel van de uitdrukking: moeite , inspanning viel Arbeit mit etw. haben - veel werk met iets hebben |
4) Produkt von Arbeit -
werk die frühen Arbeiten von van Gogh - de vroege werken van Van Gogh eine wissenschaftliche Arbeit schreiben - wetenschappelijk werk schrijven |
5) eine schriftliche Prüfung während des Schuljahres educatie -
proefwerk , werkstuk Wir schreiben heute in Mathe eine Arbeit. - We maken vandaag bij wiskunde een proefwerk. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Arbeit | de karwei ; de werkzaamheid (v) ; het werkstuk ; de werkplek ; de werkkring (m) ; het werk ; de verhandeling (v) ; het vak ; de taak ; loonwerk (znw.) ; de loonarbeid (m) ; de krachttoer (m) ; het klusje ; de klus ; het karweitje ; de job (m) ; de inspanning (m) ; de hobby (m) ; de gisting (v) ; de bezigheid (v) ; het beroep ; de bedrijvigheid (v) ; de baan (m) ; de arbeid (m) ; het ambacht ; de activiteit (v) |
Arbeit | arbeid ; werk ; arbeidsopgave |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Arbeit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbhandlungDE: AbiturDE: AbschlußprüfungDE: AmtDE: ArbeitsplatzDE: ArbeitsstelleDE: AufgabeDE: AuftragDE: BerufDE: EiferUitdrukkingen en gezegdes
DE: öffentliche
Arbeiten
NL: publieke werkenDE: den Garten in
Arbeit nehmen
NL: de tuin onder handen nemenDE: bei einem Bauern in
Arbeit stehen
NL: bij een boer werken