Vertaal
Naar andere talen: • zweifeln > ENzweifeln > ESzweifeln > FR
Vertalingen zweifeln DE>NL

zweifeln

werkw.
Uitspraak:  [ˈʦvaifəln]

Zweifel haben, sich nicht sicher sein - twijfelen
Zweifelst du etwa an meiner Ehrlichkeit? - Twijfelt u soms aan mijn eerlijkheid?
Sie zweifelte, ob sie die richtige Entscheidung getroffen hatte. - Zij twijfelde of zij de juiste beslissingen had genomen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zweifeln (ww.) aarzelen (ww.) ; betwijfelen (ww.) ; dralen (ww.) ; drentelen (ww.) ; druilen (ww.) ; dubben (ww.) ; hannesen (ww.) ; onzeker zijn (ww.) ; talmen (ww.) ; teuten (ww.) ; treuzelen (ww.) ; twijfelen (ww.) ; weifelen (ww.) ; zaniken (ww.) ; zeiken (ww.) ; zeuren (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `zweifeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anzweifeln
DE: aufschieben
DE: bezweifeln
DE: ernste Zweifel haben
DE: ernsthaft bezweifeln
DE: ernsthaft zweifeln an
DE: hinausschieben
DE: im Zweifel sein
DE: in Zweifel stellen
DE: in Zweifel ziehen