Vertalingen zweifeln DE>NL
zweifeln
werkw.
Zweifel haben, sich nicht sicher sein -
twijfelen Zweifelst du etwa an meiner Ehrlichkeit? - Twijfelt u soms aan mijn eerlijkheid? Sie zweifelte, ob sie die richtige Entscheidung getroffen hatte. - Zij twijfelde of zij de juiste beslissingen had genomen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zweifeln (ww.) | aarzelen (ww.) ; betwijfelen (ww.) ; dralen (ww.) ; drentelen (ww.) ; druilen (ww.) ; dubben (ww.) ; hannesen (ww.) ; onzeker zijn (ww.) ; talmen (ww.) ; teuten (ww.) ; treuzelen (ww.) ; twijfelen (ww.) ; weifelen (ww.) ; zaniken (ww.) ; zeiken (ww.) ; zeuren (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `zweifeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anzweifelnDE: aufschiebenDE: bezweifelnDE: ernste Zweifel habenDE: ernsthaft bezweifelnDE: ernsthaft zweifeln anDE: hinausschiebenDE: im Zweifel seinDE: in Zweifel stellenDE: in Zweifel ziehen